De Duivensport

Geschiedenis:

Een getrainde postduif kan over grote afstand, en zelfs na jaren, nog zijn hok terugvinden. Vroeger werd zo post verstuurd: een dun en klein papiertje werd beschreven met enkele regels, en dit werd aan de poot bevestigd. Na het loslaten vloog de duif terug naar zijn hok, waar dat bericht gelezen kon worden. Het was dus alleen mogelijk om berichten te versturen naar het thuishok van een getrainde duif. Door verschillende postduiven van verschillende locaties mee te nemen kom men berichten naar meerdere plaatsen sturen. Dit was vroeger een zeer snelle manier van communicatie.

Tegenwoordig:

Voor veel mensen is het nog steeds een hobby die intensief wordt beleefd en waarbij de wedstrijden van maart tot en met half september plaatsvinden. De sport kent wel, net als veel hobby’s die in verenigingsverband worden uitgeoefend, een groeiende vergrijzing. Mede hierdoor is de duivensport in Nederland op zijn retour.

Registratie:

Bij het inkorven voor een wedstrijd wordt tegenwoordig de elektronische methode toegepast dit om te weten dat de duif mee is op de wedstrijd en om zijn aankomsttijd vast te stellen: Met het elektronisch constateren heeft de duif een chipring of een combiring om zijn poot, die bij aankomst een signaal geeft aan de antenne van de elektronische duivenklok.

Snelheidsbepaling:

De snelheid van de duif varieert afhankelijk van de windrichting en weersgesteldheid van 60 tot 130km/h. De vliegsnelheid die bepalend is voor het klassement wordt berekend aan de hand van vertrektijd, aankomsttijd en vliegafstand. De vliegafstand wordt berekend aan de hand van de coordinaten( lengte en breedtegraad) die door een officiele landmeter werden vastgesteld die zijn dus voor elk hok verschillend. Met ingang van 2006 worden de afstanden tussen lossingsplaatsen en thuishok van de duif bepaald door middel van GPS-coordinaten hierdoor zijn de afstandsbepalingen veel nauwkeuriger wat de competitie tussen de duivenliefhebbers ten goede komt.

Inkorving:

Bij inkorving worden de duiven van verschillende duivenmelkers samengezet en op een vrachtwagen naar zuidelijk gelegen bestemming gebracht voorzien van drink- en eetbakjes.

Lossen:

De begeleiders wachten op de losplaats tot een vooraf afgesproken uur om alle duivenmanden zo gelijktijdig mogelijk op te maken. Als de weersomstandigheden op het vliegtraject slecht zijn kan beslist worden om het lossen uit te stellen of in uiterst geval de duiven dichter bij huis te lossen of terug te brengen naar de vereniging.

Afstanden:

De uiterste afstand die een duif in een dag kan afleggen bedraagt ongeveer 1100km sommige vluchten kunnen dan ook twee dagen duren. Men onderscheid zo 4 groepen wedstrijden:

  • Afstand tot 300 km (vitesse)
  • Afstand van 300 tot 500 km (midfond)
  • Afstand van 500 tot 700 km (dagfond)
  • Afstand van 700 tot 1100 km (Marathon)

Aan de hand van oefenvluchten en prestaties van zijn duiven weet de duivenmelker over welke afstand zijn duiven het best presteren.

Training:

Een jonge postduif zal eerst zelf in de omgeving van het duivenhok rondvliegen en die zo leren kennen daarna kan ze getraind worden door ze op slechts enkele km te lossen. Als er oude duiven tegelijkertijd worden losgelaten kan de jonge duif gewoon meevliegen maar deze kan ook alleen haar weg terugvinden. Na het loslaten vliegt de duif een paar rondjes voor haar orientatie vervolgens vliegt ze de goede kant op daarbij vliegt ze bij voorkeur over land en niet over water. Een duif kan zich ook best vergissen maar zal dan via een omweg toch vaak de weg naar huis terugvinden zelfs over een afstand van 1000km of meer kan de postduif de weg terugvinden naar haar hok bij zulke afstanden moet de postduif dan ergens overnachten.